Oordeelsvorming

Bespreekstukken zijn bedoeld om met de wethouder en de overige fracties in gesprek te gaan en het onderwerp voor te bereiden voor de raadsvergadering. Resultaat van de bespreking is dat duidelijk is of het onderwerp als hamerstuk naar de raad kan, of sommige partijen nog een stemverklaring willen geven, dan wel dat sommige partijen het onderwerp in de raad willen bespreken aan de hand van een motie of een amendement.

De procedure voor de vergadering is:
Raadsleden geven in maximaal 3 minuten hun voorlopig standpunt aan en over welke onderdelen van het voorstel ze nog van gedachten willen wisselen.
Voorzitter inventariseert de gespreksonderwerpen en stelt ze een voor een aan de orde.
Fracties en college geven aan wat ze van de ter berde gebrachte suggesties/aspecten vinden.
Voorzitter concludeert of er ruimte is voor een motie of een amendement en daarmee voor een debat in de raad.

In onze financiële verordening zijn, conform artikel 212 van de Gemeentewet, onze financiële kaders en spelregels vastgelegd. Vanwege voortdurende ontwikkelingen in wensen en regelgeving, is deze verordening, net als de hieruit voortvloeiende nota’s, beoordeeld en op onderdelen aangepast. Aangezien de raad bevoegd is tot vaststelling, stellen we in dit voorstel voor om de raad de nieuwe financiële verordening en de nieuwe of gewijzigde nota’s vast te laten stellen.

Ten aanzien van het Raadsvoorstel Herziening financiële verordening en diverse nota’s wordt opgemerkt dat er in één besluit een viertal (hoofd)onderwerpen worden behandeld, namelijk:

1. Financiële verordening
2. Nota reserves en voorzieningen
3. Nota waardering en afschrijving
4. Nota rechtmatigheidsverantwoording

Toelichting op het raadsbesluit:
In het raadsbesluit is niet opgenomen de vaststelling van de Financiële verordening (beslispunt 1A)
Het vaststellen van de Financiële verordening gebeurt in de verordening zelf (bijlage 2a van de stukken). Vanuit Juridische zaken is geadviseerd dat dit niet dubbel moet worden opgenomen en daarom is het besluitpunt niet in het concept raadsbesluit opgenomen.
Indien de raad besluit artikel 4, lid 2, niet op te nemen in de verordening, moet deze in bijlage 2a verwijderd worden alvorens de verordening getekend wordt.

Bij de behandeling in de Beeldvorming en Oordeelsvorming zullen de voorzitters dit raadsvoorstel in vier subonderwerp behandelen, zodat per subonderwerp gelegenheid is tot het stellen van (2) vragen ipv 2 vragen over het gehele raadsvoorstel per fractie. Zijn er meer vragen, dan is dat uiteraard ook via schriftelijke ronde mogelijk.

Na de Beeldvormende vergadering zijn de beantwoording van vragen van fractie CU toegevoegd. Daarnaast ook de stukken 2a2 en 3a2 waarin de wijzigingen in resp. de verordening en de nota reserves en voorzieningen t.o.v. de BVV van 30-9 blauw gearceerd zijn.
De nieuwe/aangepaste versies van de bijlagen 2a, 3a en 3b zijn tevens toegevoegd in iBabs bij de Oordeelsvormende vergadering van 14 oktober a.s., de oudere versies zijn vervallen.

Inhoud:
In het bestuursakkoord 2022-2024 staat dat de gemeente Elburg met een open blik wil onderzoeken wat voor soort organisatie het beste past bij de opgaven waar de gemeente Elburg de komende jaren voor staat. Voor dit onderzoek is Bureau Berenschot in opdracht van het college van de gemeente Elburg aan de slag gegaan. Bureau Berenschot heeft gekeken welke grote opgaven de komende jaren voor de deur staan en welk antwoord daarop passend kan zijn. In april 2024 heeft het college het rapport ‘Toekomstperspectief voor de Elburgse organisatie’ in ontvangst genomen. Het college heeft ervoor gekozen om een duidingsproces uit te voeren rondom het rapport. Het duidingsproces had als doel om de adviezen van Berenschot te toetsen bij de organisatie en de netwerkpartners. Het college heeft gekeken of er draagvlak voor de adviezen is en hoe de netwerkpartners ten opzichte van de adviezen staan. Nu neemt het college een voorlopig standpunt in. Dit standpunt toetst het college bij de gemeenteraad.

Wat is de basis voor een opiniërende behandeling?
De wettelijke grondslag voor het op deze wijze behandelen van een onderwerp is gelegen in artikel 169 Gemeentewet:
"1.    Het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur.
2.    Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft.
3.    Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang.
4.    Zij geven de raad vooraf inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder e, f, g en h, indien de raad daarom verzoekt of indien de uitoefening ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente. In het laatste geval neemt het college geen besluit dan nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.
5.    Indien de uitoefening van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder f, geen uitstel kan lijden, geven zij in afwijking van het vierde lid de raad zo spoedig mogelijk inlichtingen over de uitoefening van deze bevoegdheid en het terzake genomen besluit.”

Door wie?
Het initiatief hiertoe kan dus worden genomen door college of vanuit de raad. Zo ziet u het onderwerp voorlopig standpunt Berenschot vanuit het college aangeleverd. 

Wat kan worden bereikt?
Met een opiniërende behandeling kan advies worden opgehaald/gegeven, overleg tussen raad en college plaatsvinden over verstrekte inlichtingen, het gevoerde bestuur, het uitwerken van een onderwerp in een bepaalde richting ed.

Hoe ziet dat er uit in een BOB model?
In de Beeldvorming kan door middel van vragen informatie worden gevraagd ter verduidelijking van de stukken / het onderwerp.
In de Oordeelsvorming gaan raadsleden samen en met het college in gesprek welke wensen, bedenkingen, adviezen ze aan het college willen meegeven.
Besluitvorming vindt over deze twee onderwerpen niet plaats in de raadsvergadering. Bij deze onderwerpen is immers het college en niet de raad het bevoegde orgaan, ofwel neemt het college het besluit. Wel kan het college bij haar afweging de wensen, bedenkingen, adviezen vanuit de raad meenemen.
Als sluitstuk informeert het college de raad over het genomen besluit en de gemaakte afweging nav de opiniërende behandeling. Dit kan bijv. via een raadsbrief of mededeling in een commissie.

Namens het college is aanwezig wethouder Anjo Simonse (vanaf 21.00 uur)
Vakambtenaren: de heer Jan Hofstede (domeinmanager), mevrouw Lammie Post en de heer Ruud van Henten.

Inhoud:
Het onderwerp Herijking subsidiebeleid wordt opiniërend besproken aan de hand van de recent ontvangen raadsbrieven over dit onderwerp, in het bijzonder de nadere regels (zie raadsbrief 22 juli 2024).
De raad heeft het Algemene Subsidieverordening vastgesteld. In artikel 3 van de ASV is opgenomen dat "Burgemeester en wethouders kunnen bij nadere regeling (subsidieregeling) vaststellen welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie. Voor zover van toepassing, wordt hierin tevens bepaald welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen, hoe de subsidie wordt berekend en hoe de subsidiebedragen worden uitbetaald."

Wat is de basis?
De wettelijke grondslag voor het op deze wijze behandelen van een onderwerp is gelegen in artikel 169 Gemeentewet:
"1.    Het college en elk van zijn leden afzonderlijk zijn aan de raad verantwoording schuldig over het door het college gevoerde bestuur.
2.    Zij geven de raad alle inlichtingen die de raad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft.
3.    Zij geven de raad mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang.
4.    Zij geven de raad vooraf inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder e, f, g en h, indien de raad daarom verzoekt of indien de uitoefening ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente. In het laatste geval neemt het college geen besluit dan nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.
5.    Indien de uitoefening van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder f, geen uitstel kan lijden, geven zij in afwijking van het vierde lid de raad zo spoedig mogelijk inlichtingen over de uitoefening van deze bevoegdheid en het terzake genomen besluit.”

Door wie?
Het initiatief hiertoe kan dus worden genomen door college of vanuit de raad. De Herijking subsidiebeleid is meer vanuit de wens van de raad gekomen waarbij de mogelijkheid hiertoe is geboden vanuit het college.

Wat kan worden bereikt?
Met een opiniërende behandeling kan advies worden opgehaald/gegeven, overleg tussen raad en college plaatsvinden over verstrekte inlichtingen, het gevoerde bestuur, het uitwerken van een onderwerp in een bepaalde richting ed.

Hoe ziet dat er uit in een BOB model?
In de Beeldvorming kan door middel van vragen informatie worden gevraagd ter verduidelijking van de stukken / het onderwerp.
In de Oordeelsvorming gaan raadsleden samen en met het college in gesprek welke wensen, bedenkingen, adviezen ze aan het college willen meegeven.
Besluitvorming vindt over deze twee onderwerpen niet plaats in de raadsvergadering. Bij deze onderwerpen is immers het college en niet de raad het bevoegde orgaan, ofwel neemt het college het besluit. Wel kan het college bij haar afweging de wensen, bedenkingen, adviezen vanuit de raad meenemen.
Als sluitstuk informeert het college de raad over het genomen besluit en de gemaakte afweging nav de opiniërende behandeling. Dit kan bijv. via een raadsbrief of mededeling in een commissie.